Soms is het voor een school fijn als er een interim-directeur komt, bijvoorbeeld als de eigen directeur ziek is of ontslag genomen heeft. Maar ook in andere omstandigheden is het inzetten van een tijdelijke leidinggevende een prettige oplossing. In moeilijke periodes (fusie, ‘zeer zwak ‘oordeel, onvrede onder ouders) kan het nuttig zijn om iemand aan het roer te hebben die van buiten komt en zaken mét een frisse blik en zónder last uit het verleden kan bekijken. Dat maakt het nemen van lastige beslissingen makkelijker. Maar ook bij een grote overgang, bijvoorbeeld na een langdurig directeurschap van één persoon, kan het handig zijn om als bufferperiode een interim-directeur in te schakelen, zodat het team eraan kan wennen dat zaken ook anders kunnen en het voor een nieuw aan te stellen directeur makkelijker wordt om er haar/zijn school van te maken.
Als interim-directeur ben ik me altijd bewust van mijn tijdelijkheid: als ik wegga moet het team en de (nieuwe) directie weer verder met de school. In mijn interimperiode zorg ik er altijd voor dat de school er beter voor staat als ik vertrek. Dat kan zijn op het gebied van resultaten, sfeer, professionaliteit, duidelijkheid over missie/visie, marktpositie: net wat de school nodig heeft. Mijn passie is nu eenmaal om de ervaring die ik bezit, in te zetten op andere plekken om het onderwijs beter te maken.